Wachtlijsten & toegankelijkheid

VVD over wachtlijsten & toegankelijkheid

De VVD wil de wachtlijsten in de ggz aanpakken door een betere organisatie van de ggz, bijvoorbeeld door te kijken naar slimmere doorverwijssystematiek, laagdrempelige mentale gezondheidscentra door het hele land en beter inzicht in wachtlijsten door ggz-aanbieders. Ook digitale hulpverlening kan een rol spelen bij het komen tot kortere wachttijden. Voor het goed borgen van complexe en specialistische zorg moet er zicht komen op de benodigde capaciteit, voorzieningen en infrastructuur van (boven) regionaal cruciaal zorgaanbod, zodat verzekeraars hierop kunnen inkopen. De VVD wil daarnaast ook wat doen aan de arbeidsproblematiek in de ggz, bijvoorbeeld door meer professionals op te leiden en door taken slimmer te verdelen, zodat collega-zorgverleners elkaar ook kunnen ontlasten.

De VVD wil voorkomen dat mentale klachten erger worden. De VVD wil de rol van onderwijs, sportverenigingen en werkgevers versterken in het signaleren van mentale klachten, zoals angst of neerslachtigheid Naast de hiervoor genoemde maatregelen wil de VVD laagdrempelige mogelijkheden creëren via een landelijk dekkend netwerk van mentale gezondheidscentra en herstel- en zelfregiecentra waar mensen laagdrempelig hun vragen kunnen bespreken en waar zij naar passende hulp verwezen kunnen worden, bijvoorbeeld een warme overdracht naar een ggz-aanbieder, of hulp bij het aanvragen van Wmo-ondersteuning. Zo krijgen mensen de juiste (mentale) zorg op de juiste plek.

De VVD wil doorgaan met de afspraken uit het Integraal Zorgakkoord die zijn gemaakt over het verbeteren van ggz-zorg en de samenwerking met het sociaal domein en huisartsen daarbij. Zo zorgen we ervoor dat mensen zoveel mogelijk dichtbij, in hun eigen omgeving geholpen kunnen worden, passende hulp ontvangen en wordt er bijgedragen aan het verkorten van wachtlijsten. Hierdoor kan zorg ook beter in samenhang plaatsvinden, bijvoorbeeld met hulp bij werk, inkomen en schulden. Dat helpt om behoeften en problemen die impact hebben op de mentale gezondheid van mensen eerder en beter in beeld te brengen en daarmee (zwaardere) zorg te kunnen voorkomen. Daardoor kunnen mensen met psychische aandoeningen of mentale klachten zoveel mogelijk blijven deelnemen aan de maatschappij.

Iedereen met een hulpvraag moet geholpen worden, hoe klein die hulpvraag ook is. De VVD vindt het belangrijk dat deze hulp door de juiste persoon en op de juiste plek geboden wordt. Daarom willen we een landelijk dekkend netwerk van mentale gezondheidscentra en laagdrempelige herstel- en zelfregiecentra en staan we achter de beweging de juiste zorg op de juiste plek, waarin ook digitale zorg een plaats heeft. Hiervoor kijken we ook naar de bekostiging van digitale zorg.

De VVD pakt arbeidsmarktproblematiek in de ggz aan, onder meer door te investeren in verkorte opleidingstrajecten en meer opleidingsplaatsen vrij te maken, maar ook door de zorg anders te organiseren en anders te financieren. De ggz moet een aantrekkelijke sector zijn om in te werken. Dat betekent wat de VVD betreft onder andere minder administratieve rompslomp, meer zeggenschap en meer doorgroeimogelijkheden.

Dit hangt samen met de lopende trajecten om de ggz te verbeteren, zoals het Integraal Zorgakkoord en het Gezond en Actief Leven Akkoord, met de bijbehorende middelen die daarvoor gereserveerd zijn. Daarbij zijn de inhoudelijke keuzes leidend.

CDA over wachtlijsten & toegankelijkheid

Het CDA heeft verschillende vragen gesteld over het aantal beschikbare opleidingsplaatsen voor psychologen. Het CDA vindt dat er voldoende psychologen opgeleid moeten worden.
Het CDA vindt ook dat er een landelijk overzicht moet zijn van alle klinische ggz-bedden, inclusief alle ambulante plekken. Dus hoeveel plaatsen zijn er en hoeveel zijn er nodig.

Het CDA is een voorstander van e-health. Dus denkt ook dat in de ggz gesprekken via de computer bij kunnen dragen aan het afnemen van wachtlijsten, juist bij jongeren. En dat het kan leiden tot betere zorg omdat mensen in de eigen omgeving kunnen blijven. Bepaalde vragen op mentaal gebied kunnen prima en vaak beter via e-health. In plaats van een keer per twee weken lang contact twee keer per week kort contact kan beter helpen.

Mentale weerbaarheid ontwikkelen zou veel meer in de collectiviteit moeten worden opgepakt.
Vroegsignalering en mentale gezondheidsbevordering moeten namelijk eerder worden opgepakt. Veel mentale gezondheidsvragen komen terecht bij de ggz maar liggen qua oplossing in het sociale domein. Het CDA verwacht dat de uitwerking van het integraal zorgakkoord hieraan bijdraagt.

De zorg moet beschikbaar, betaalbaar en bereikbaar zijn. Dat betekent o.a. ook voor de ggz passende zorg wordt ingezet zodat de complexe zorg bereikbaar en beschikbaar blijft voor die mensen die dat echt nodig hebben. Daarbij kan e-health helpen om de zorg voor meer mensen beschikbaar te houden. Dat zie je bijvoorbeeld bij depressie: tijdig behandelen kan voorkomen dat mensen dieper in een depressie wegzakken. Dus moeten huisartsen en POH-ggz beter opgeleid worden om dit te herkennen. Maar wij zien natuurlijk ook dat de huisarts en POH-ggz het heel druk hebben. Daarom is het CDA een sterk voorstander van minder regeldruk voor de huisartsen en POH-ggz zodat zij meer tijd aan zorg kunnen besteden.

Op dit moment wordt het financieel ontmoedigd als zorginstellingen onderling personeel uit te wisselen. Toch kunnen deze vormen van samenwerking goed werken in de strijd tegen personeelstekorten. Daarom maken we de uitwisseling van personeel tussen zorgorganisaties en medische instellingen btw-vrij en bieden we meer ruimte voor regionale samenwerking zonder dat mededingingsregels dit belemmeren. Bij de inrichting van uitwisseling moeten medewerkers consequent betrokken zijn. Verder is het ook belangrijk dat werkgevers werken aan modern werkgeverschap met minder regeldruk en met adequate overlegstructuren.

D66 over wachtlijsten & toegankelijkheid

D66 wil centrale of regionale regie van de wachtlijsten door verzekeraars, zodat GGZ-aanbieders samen kijken waar de beste behandeling moet plaatsvinden en of mensen niet dubbel of verkeerd op wachtlijsten staan. Indien mensen door de basis GGZ doorverwezen worden naar gespecialiseerde GGZ, kunnen zij onverhoopt op een wachtlijst terechtkomen. In dat geval dient de basis GGZ de zorg voort te blijven zetten tot de zorg bij de gespecialiseerde GGZ van start gaat. Mensen met een hulpvraag mogen niet zonder hulp komen te zitten wanneer zij doorverwezen worden. We gaan meer werken met prehabilitatie voor mensen die op de wachtlijst staan voor de ggz. Dit betekent dat zij middelen aangereikt krijgen om zelf alvast aan de slag te gaan met hun
mentaal welzijn.

Omdat de wachtlijsten met name bij de gespecialiseerde ggz zit en omdat de uitstroom van patiënten in de complexe GGZ erg laag is wil D66 ook in zetten op de uitstroom en betere beschikbaarheid van zorg. Bekostiging speelt ook een rol. Op dit moment is het voor zorgaanbieders financieel aantrekkelijk zich vooral te richten op patiënten met minder zware problemen. Zo zijn patiënten met zwaardere klachten de dupe. D66 steunt de plannen om de bekostiging te veranderen. We moeten een manier vinden om de bekostiging van de zorg aan te sluiten bij de complexe problemen die nu eenmaal voorkomen in de ggz.

Jeugd GGZ: Gemeenten moeten voldoende geld hebben om de jeugdzorg goed te regelen. Daarom gaan we samen met gemeenten aan de slag met de Hervormingsagenda om de jeugdzorg toekomstbestendig te maken. D66 wil dat de jeugd-ggz beter aansluit op de ggz voor volwassenen. Daar past bij dat de jeugd-ggz centraler wordt ingekocht en op termijn door de zorgverzekeraar. Een belangrijke voorwaarde daarbij is dat we vasthouden aan het principe dat overal in de zorg zou moeten gelden: ouders en kinderen hebben één duidelijk aanspreekpunt en plan, ook als ze gebruikmaken van verschillende zorgvormen.

Arbeidsproblematiek. De druk bij psychiaters in loondienst loopt op. Daarom wil D66 het werk in loondienst aantrekkelijker maken en steunen we het initiatief om oneigenlijk zzp-schap tegen te gaan.

De vraag naar mentale/psychische hulp is sinds de coronacrisis toegenomen, met name bij jongeren. Met het huidige personeelstekort zien we ook dat de wachtlijsten niet zomaar verdwenen zullen zijn. Daarom hecht D66 eraan om taboe over mentale kwetsbaarheid te doorbreken, door het bespreekbaarder te maken op de werkvloer en op school. Ook zijn er belangrijke lessen te leren uit de coronacrisis: bijvoorbeeld het belang van lichamelijke beweging voor werknemers of studenten. Het belang van sociale activiteiten en de mogelijke negatieve effecten van social media. Publiekscampagnes kunnen een rol spelen in het doorbreken van taboes en om mensen ook te wijzen op alternatieve plekken om deze zaken te bespreken, zoals de huisarts of op school.

De huidige instroom is té hoog om volledig door de ggz te worden opgepakt. Preventie is, net als bij somatische zorg, de sleutel om wat aan die instroom te doen. Niet alle klachten van mentale gezondheid hebben daarnaast baat bij ggz. Soms is lokale ondersteuning in de eigen omgeving, via herstelacademies én schuldenaanpak, beter toegerust. De gemeente krijgt wat D66 betreft een grotere rol. Ook is D66 voorstander dat de huisartsenpraktijk beter geëquipeerd wordt om te gaan met dergelijke problemen, inclusief verslavingsproblematiek. Door in te zetten op goede diagnostiek vooraf, ook bij de psychiatrie, kan onnodige zorg of langdurige zorg voorkomen (hervorming van de bekostiging kan hierbij helpen). Het stimuleren van zinnige zorg speelt ook bij de somatische zorg en hiervan is D66 groot voorstander.

D66 wil zorginnovaties de komende jaren extra stimuleren. Gelet op de steeds verder stijgende zorgbehoefte in combinatie met de tekorten op de arbeidsmarkt, is een versnelde ontwikkeling en implementatie van arbeidsbesparende innovaties de komende jaren namelijk essentieel. Zo heeft D66 ook de initiatiefwet ‘recht op een digitaal consult’ ingediend, waarbij het patiënt het recht krijgt om een digitaal consult te voeren met de psycholoog of psychiater. Dit kost minder tijd en is een minder hoge drempel.

In de psychiatrie werken nu te veel mensen als zelfstandige. Daardoor zijn crisiszorg en andere diensten niet goed te vullen. De druk bij psychiaters in loondienst loopt op. Daarom wil D66 het werk in loondienst aantrekkelijker maken en oneigenlijk zzp-schap tegengaan.

D66 vindt dat er goed moet worden gekeken naar het aantal benodigde plekken voor psychologen omdat zij werk van psychiaters uit handen kunnen nemen én er momenteel een tekort is aan psychologen. Ook willen we kijken in hoeverre studenten of net afgestudeerden taken kunnen overnemen. Ook moeten we zaken aanpakken die ervoor zorgen dat personeel stopt in de zorg. De werkdruk, door meer mensen op te leiden. Er moet daadkracht worden getoond in het aanpakken van de administratieve lastendruk, want dat is nog te weinig voelbaar op de werkvloer. Er moet meer vertrouwen worden geschonken aan de professional.

D66 wil investeren in preventie. Niet alleen via de zorgbegroting, maar ook door te investeren in beter onderwijs, armoedebestrijding, inkomenszekerheid, een groene leefomgeving en gezond werken. Ook willen wij investeren via gemeenten, en dat er goed wordt gekeken of het budget voor de jeugdzorg voldoende is. Door vroeg goed te investeren komt er ruimte voor toegankelijke geestelijke gezondheidszorg later in de keten.

GroenLinks/PvdA over wachtlijsten & toegankelijkheid

Het is onverteerbaar dat mensen met een ernstige psychische hulpvraag niet de zorg krijgen die nodig is. Om de wachtlijsten in de ggz duurzaam op te lossen moeten we toe naar minder marktwerking en meer samenwerking. Zorginstellingen moeten makkelijker kunnen samenwerken en de overheid moet de regie nemen waar dat nodig is. We ondersteunen zorginstellingen in de omvorming tot zorgcoöperaties en ondersteunen burgers en zorgverleners in de vorming van nieuwe zorgcoöperaties. We halen stapsgewijs de concurrentie en doorgeslagen marktwerking uit ons zorgstelsel en vormen zorgverzekeraars zodra dit mogelijk is om tot publieke zorgfondsen. Iedere zorgregio maakt met alle relevante zorg- en welzijnspartijen concrete afspraken over de organisatie en kwaliteit van de zorg. Hierdoor brengen we de eindregie weer terug bij de overheid en stimuleren we de samenwerking tussen verschillende instellingen en behandelaren. Ook in de ggz komt er coördinatie via deze regionale zorgtafels.

We zorgen dat er voldoende zorg wordt ingekocht zodat lange wachtlijsten worden teruggedrongen. Voor de meest complexe ggz-behandelingen gaan we landelijke centra oprichten en breiden we het aantal plekken voor crisisopvang uit. We maken daarnaast haast met het doorvoeren van de plannen van de Hervormingagenda Jeugd en houden daarbij de kwaliteit van de zorg en financiële effecten voor gemeenten scherp in de gaten. Specialistische zorg voor jongeren met de meest complexe problemen, jeugd-ggz en jeugdbescherming gaan we regionaal en soms nationaal regelen. We draaien de ingeboekte extra bezuiniging terug en het plan voor een eigen bijdrage in de jeugdzorg gaat van tafel.

Om de personeelstekorten in de ggz op te lossen investeren we in meer opleidingsplekken voor onder meer gz-psychologen en maken we het vak weer aantrekkelijk door de laagste salarissen te verbeteren en zorgverleners weer baas te maken over het eigen werk. Eén van de grootste ergernissen voor zorgverleners is de bureaucratie. Door zorgverzekeraars om te dopen in publieke zorgfondsen krijgen zorgprofessionals niet meer te maken met meerdere zorgverzekeraars waardoor ze veel minder tijd hoeven te besteden aan administratie en registratie.

De SP over wachtlijsten & toegankelijkheid

Het aantal mensen op de wachtlijst voor de ggz is gestegen. Volgens de Nederlandse Zorgautoriteit wachten 84.000 mensen op een behandeling. De wachtlijsten in de ggz is de SP al lang een doorn in het oog. Mensen die zorg nodig hebben moeten deze zorg ook (zo snel mogelijk) krijgen. Zorgverzekeraars hebben een zorgplicht en als SP vinden we dat zorgverzekeraars zich aan deze plicht dienen te houden.

In de aanpak van de wachtlijsten in de GGZ zijn voldoende aanbod, budget en professionals nodig. Het huidige personeelstekort en gebrek aan aanbod is een gevolg van bewust afbraakbeleid. Er is bezuinigd en door de macht van verzekeraars en de hoge administratieve lasten is bijvoorbeeld personeel dit veld uitgejaagd. Als SP gaan we de zorg weer opbouwen. Er mag niet bezuinigd worden op de ggz en het aantal bedden in instellingen mag niet zomaar verder afgebouwd worden totdat de opbouw van ambulante voorzieningen aantoonbaar op orde is. Daarnaast dienen de adviezen van het Capaciteitsorgaan voor de beroepen in de geestelijke gezondheid te worden opgevolgd, iets wat het huidige kabinet niet gedaan heeft. Mensen die lichte zorg nodig hebben kunnen ook terecht bij de POH-ggz als dit uitkomst biedt. Tot slot wil de SP toe naar een ander zorgsysteem, waarbij een einde komt aan de macht van verzekeraars, waarbij zorgverleners meer zeggenschap krijgen en de bekostiging op basis van zorgbehoefte is geregeld.

Volt over wachtlijsten & toegankelijkheid

We gebruiken niet-gepersonaliseerde data om beter inzichtelijk te krijgen welke regio behoefte heeft aan welke zorg. Zo realiseren we op de specifieke zorgvraag een toegespitst zorgaanbod en verminderen we regionale gezondheidsverschillen.

Door jarenlange bezuinigingen op ons ggz-stelsel zijn de wachtlijsten voor alle soorten psychiatrische en mentale hulp flink toegenomen. Volt wil deze trend omkeren en ervoor zorgen dat er genoeg psychiatrische en mentale hulp is door weer flink te investeren in ons ggz-stelsel.

Volt wil werken aan een eenvoudiger zorgsysteem. In het huidige systeem voert versplintering en concurrentie de boventoon. We willen inzetten op een systeem waarbij samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheid de standaard wordt. Er moet ook samen met de zorgvrager gekeken worden wat het beste aansluit en we moeten voorkomen dat een zorgvrager niet bedolven wordt onder een veelvoud van zorgorganisaties. Voor Volt blijft de inzet van preventie het belangrijkste middel om in een voorstadium meer zorgvraag te voorkomen en daarmee een grote zorgvraag te voorkomen.

Volt ziet E-Health als oplossing om zorg laagdrempelig te maken en als toevoeging om sneller zorg te kunnen bieden ten tijde van personeelstekorten. Daarbij is de afweging voor wie en wanneer we deze e-health oplossingen inzetten van belang, niet iedereen is geholpen met deze oplossing. Daarom wordt het vooral ingezet bij lichte zorgvragen.

Volt wil een herwaardering voor zorgpersoneel. Dit willen we onder meer bereiken door de lonen te laten stijgen en daarmee het verschil met de publieke sector te verkleinen. Ook willen we dat werkgevers meer en beter de ruimte geven aan personeel dat tevens ook mantelzorger is. Hierbij moet genoeg ruimte zijn voor respijtzorg en moet er ondersteuning worden geboden aan het personeel waardoor we overbelasting kunnen voorkomen. Daarnaast willen we werkgevers belonen die verzuim en verloop van personeel laag weten te houden. Op die manier vragen we werkgevers beter voor hun personeel te zorgen. Het aantal zzp-ers in de zorg heeft het personeelstekort niet opgelost, we willen daarom ook inzetten dat vast personeel in de zorg de norm wordt.

De Partij voor de Dieren over wachtlijsten & toegankelijkheid

De GGZ wordt onderdeel van de zorg in elke buurt. Een toegankelijke, inclusieve gezondheidszorg op maat wordt het uitgangspunt. Wachtlijsten en wachttijden in de GGZ dringen we terug door te investeren in genoeg (vergoede) omscholings- en opleidingsmogelijkheden, vermindering van administratieve lasten, en vermindering van kosten door professionals te stimuleren in loondienst te gaan. In de tussentijd zorgen we voor voldoende overbruggingszorg en meer (tijdelijke) opnameplaatsen en crisisbedden. 

Daarnaast is de jeugdzorg in Nederland in slechte staat. De decentralisatie ging gepaard met onverantwoorde bezuinigingen. We gaan flink investeren om de werkdruk te verminderen en de wachtlijsten terug te dringen. Verschillen tussen gemeenten in aanbod en kwaliteit van jeugdhulp zijn onaanvaardbaar. We zorgen dat elke gemeente voldoende middelen heeft voor een goed georganiseerde jeugdzorg. De leeftijdsgrens gaat naar 21 jaar en de jeugdhulp wordt vanaf 18 jaar geleidelijk afgebouwd.

De uitstroom van medewerkers in de zorg is te hoog. Een groot deel van de zorgmedewerkers haakt na een paar jaar in de zorg af en komt niet meer terug. De bezuinigingen, privatisering en marktwerking hebben ervoor gezorgd dat de zorg vooral draait om winstmaximalisatie. Dat gaan we veranderen. We willen handen aan het bed, niet achter een computer om verslagen in te vullen. Absurde beloningen, winstuitkeringen en bonussen aan de top van de zorg schaffen we meteen af. Managementlagen worden ingekrompen waar dat kan, en het vrijgekomen budget wordt geïnvesteerd in mensen die zorg verlenen. Ruimte voor (bij)scholing en goede arbeidsvoorwaarden worden vanzelfsprekend. De salarissen gaan omhoog. Zorgmedewerkers krijgen meer te zeggen over de inhoud van hun werk en werkroosters. Zo wordt het ook voor jongeren aantrekkelijker om een baan in de zorg te kiezen én er te blijven. Ook zetten we in op kleinschaligere basiszorg. Meer aandacht en keuzevrijheid leidt ook voor patiënten tot kwalitatief betere en aangenamere zorg. Sociaal werk moet daarnaast beter gefaciliteerd en meer geïntegreerd worden in het zorgaanbod. Ook hier geldt; waar sociaal werkers psychosociale klachten op tijd herkennen, kunnen ergere problemen voorkomen worden. Ook laagdrempelige (online) initiatieven gericht op zelfherstel en lotgenotencontact kunnen helpen. De overheid erkent, stimuleert en ondersteunt dit soort initiatieven op lokaal niveau.

Een groot deel van de zorgmedewerkers haakt na een paar jaar in de zorg af en komt niet meer terug. We investeren flink in zorgverleners: ruimte voor (bij)scholing en goede arbeidsvoorwaarden zijn vanzelfsprekend. De salarissen gaan omhoog. Zorgmedewerkers krijgen meer te zeggen over de inhoud van hun werk en werkroosters. Zo wordt het ook voor jongeren aantrekkelijker om een baan in de zorg te kiezen én er ook te blijven.

Wat ons betreft moeten er voldoende middelen worden vrijgemaakt om de toegang tot de geestelijke gezondheid te verbeteren.  Ook aan preventie moet veel meer geld worden uitgegeven dan nu het geval is. Het kabinet trekt nu 3,5 miljoen uit voor het versterken van mentale weerbaarheid en om de maatschappelijke kosten en sociale impact van mentale gezondheidsklachten te verminderen. Op een begroting van in totaal 111 miljard is dat ontzettend weinig. Hier willen wij verandering in brengen.

Geld voor toegang tot geestelijke gezondheidszorg en voor preventie moet worden vrijgemaakt vanuit verschillende beleidsterreinen, omdat geestelijke gezondheid aan veel beleidsterreinen raakt. Zowel het ministerie van VWS maar ook het ministerie van OCW, SZW, BZ en zelfs het ministerie van LNV zijn hierbij belangrijk.

ChristenUnie over wachtlijsten & toegankelijkheid

Goede triage, gebruik van ervaringsdeskundigheid of lotgenotencontact zou ertoe moeten leiden dat ernstige psychiatrisch patiënten niet langdurig op een wachtlijst staan vanwege de complexiteit van zorg die ze nodig hebben. De ChristenUnie wil de financiering regelen op basis van beschikbaarheid, en niet op gebruik zodat er een adequaat en landelijk dekkend systeem komt voor patiënten met een hoogcomplexe zorgvraag die niet binnen hun eigen regio kunnen worden geholpen. We willen dat zorgaanbieders verantwoordelijk worden om na de intake – als de aanbieder niet zelf de beste zorg kan bieden – de patiënt te ondersteunen in diens zoektocht naar passende zorg.

De ChristenUnie wil investeren in de ggz in de wijk en in samenwerking met het sociaal domein, in praktijkondersteuners ggz, zodat patiënten bij relatief nog eenvoudige klachten al goed geholpen worden. De toenemende instroom in de ggz laat wat de ChristenUnie betreft zien dat het tempo van onze samenleving en wat we van elkaar verwachten te hoog ligt. We moeten toe naar een betere balans tussen werken en zorgen, zorgen dat je rond kan komen van een fulltime baan en het taboe eraf halen dat het leven soms tegen zit. De ChristenUnie bouwt aan zorgzame gemeenschappen die mensen kunnen opvangen bij wie het leven (even) tegenzit.

Voor veel professionals is de klinische en acute zorg steeds minder aantrekkelijk om te werken vanwege de enorme verantwoordingsdruk. Dit leidt tot grote tekorten in de klinische en acute ggz. Dat moet anders: vertrouwen in de professionaliteit van zorgverleners wordt het uitgangspunt.

Scroll naar boven