VVD over ambulantisering
Wij zien meerwaarde in ambulante behandeling. Het leidt uiteindelijk tot een ggz die in samenwerking met cliënten en andere domeinen meer en beter bijdraagt aan de kwaliteit van leven en de sociale inclusie van mensen met (ernstige) mentale problemen. Een voorbeeld van de meerwaarde van ambulante zorg is de nauwe samenwerking tussen de ggz en sociale buurtteams en huisartsen in Utrecht, in zogenoemde wijkteams. Hierdoor zijn er korte lijnen en begeleiding en behandeling vinden geïntegreerd plaats door het wijkteam. Ervaringsdeskundigen maken ook deel uit van het wijkteam.
Gemeenten en zorgverzekeraars hebben een zorgplicht, ook voor ggz-patiënten. De VVD ziet dat wijkteams en modellen als ACT/FACT een positieve bijdrage leveren aan vroegtijdige ambulante zorg. De VVD wil gemeenten dan ook stimuleren hier meer gebruik van te maken en te investeren in de juiste expertise in de wijkteams. De regiobeelden vormen daarnaast de basis voor het inbedden van goede regionale samenwerking. Op basis van de regiobeelden (waarin de vraag en aanbod van cruciale zorg in de regio in kaart gebracht is) moeten zorgaanbieders en zorgverzekeraars bepalen welk onderdelen van het aanbod aan zorg cruciaal is in de regio en borgen dat het noodzakelijke zorgaanbod regionaal en bovenregionaal passend en doelmatig wordt georganiseerd. Voor de noodzakelijk geachte capaciteit worden afspraken gemaakt zodat onder meer op regionaal niveau voldoende cruciaal klinisch en ambulant aanbod beschikbaar is. De uitkomsten van de regiobeelden worden door de zorgverzekeraars gevolgd in de individuele zorginkoop. De VVD houdt in de gaten of deze afspraken uit het Integraal Zorgakkoord adequaat opgevolgd worden.
Het beperken van iemands vrijheden moet altijd onder strikte voorwaarden en uiterste zorgvuldigheid gebeuren. Daar mag niet lichtzinnig mee omgegaan worden en mag alleen als er geen andere mogelijkheden zijn. Dat moet altijd het uitgangspunt zijn en ook blijven. Uit de evaluatie van de Wet verplichte ggz en Wet zorg en dwang blijkt dat verbeteringen in beide wetten noodzakelijk zijn. De VVD vindt het van belang dat bij het aanpassen van de wet de complexiteit teruggedrongen wordt, de uitvoerbaarheid van de wetten verbeterd, en de administratieve lasten verminderd worden. Het is van groot belang om tot een wet te komen die goed aansluit bij de praktijk en de belevingswereld van mensen die met gedwongen zorg te maken krijgen.
CDA over Ambulantisering
Ambulante zorg heeft absoluut voordelen voor de cliënt ten opzichte van intramurale zorg. Soms is deze zorg te ver doorgeschoten. Er is te weinig ambulante zorg opgebouwd. Diverse zaken in de ggz komen moeilijk van de grond zoals doorzettingsmacht en samenwerking bij complexe zorgvragen. Verdere afbouw van klinische bedden ggz (dus intramurale zorg) is wat het CDA betreft onwenselijk zolang bovenstaande problemen nog niet voldoende zijn opgelost.
De uitwerking van het integraal zorgakkoord moet zorgen voor voldoende ambulante zorg aan huis. Van laagdrempelige steunpunten zoals herstel- en zelfregiecentra waar iedere inwoner, met name mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen, toegang toe heeft: gerund door vrijwilligers en ervaringsdeskundigen, ondersteund door sociaal werkers en in verbinding met ggz-professionals. Met een link/aanspreekpunt naar huisartsen. Voor de inloopvoorzieningen worden IZA investeringsmiddelen aan gemeenten toegekend en aan de voorzetting van het landelijke stimuleringsprogramma Regie in de Regio.
Voor de zorgprofessional moet de Wet verplichte ggz praktisch goed uitvoerbaar zijn. En we komen zaken tegen waardoor het voor medewerkers dubbel op registreren is of te veel registratie, maar bij de verdere wetsbehandeling moet het uitgangspunt de rechtsbescherming van de cliënt zijn.
D66 over Ambulantisering
Zorg dichtbij huis, in de eigen omgeving is aantoonbaar beter. Dus opbouw van ambulante zorg en ondersteuning, ondersteunt D66 van harte. Ook als dit wordt ondersteunt door een eigen woning. Wél is het zo dat er een minimale beschikbaarheid moet zijn voor bedden in de ggz, er zijn immers uiterste gevallen. Vooral bij spoed is het goed dat er voldoende bedden beschikbaar zijn.
Om de capaciteit van de bedden in de GGZ zo optimaal mogelijk te gebruiken, moet er een beddenbeschikbaarheidssysteem worden ontwikkeld waarbij regionaal inzichtelijk wordt gemaakt waar opnamecapaciteit is.
Onder leiding van D66-minister Ernst Kuipers heeft het zorgveld het Integraal Zorgakkoord (IZA) afgesloten. Daarin zijn verregaande afspraken tussen zorgverzekeraars, gemeenten en eerstelijnszorg opgenomen. Wat D66 betreft kan er, en moet er, veel meer worden samengewerkt tussen de verschillende zorgdomeinen. Schotten in de financiering moeten worden aangepakt, daar zijn ook financiële middelen binnen het IZA voor vrijgemaakt.
Wij willen dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de regionale zorgplannen vooraf toetst aan de zorgplicht en toezicht houdt op de uitvoering. Op die manier willen we zorgen dat overal in Nederland goede zorg toegankelijk is in alle regio’s, ook als zij dunbevolkt zijn. De regio Rotterdam vraagt immers een ander zorgaanbod dan in de regio Drenthe, maar in alle regio’s moet wel de zorg beschikbaar zijn die gevraagd wordt.
D66 is kritisch op de Wet verplichte ggz (Wvggz). Al voor de invoering in 2020 was er de nodige kritiek op de uitvoering van de wet. De voorloper, de wet BPOZ, kende ook veel nadelen dus dat er een vervangende wet kwam is positief. Maar de Wvggz moet wat D66 betreft op belangrijke punten gerepareerd worden:
- De wet is onnodig complex en lastig toe te passen
- De wet zorgt voor extra administratieve lasten
- Het beschermen van de rechtspositie van cliënten en patiënten is wat D66 betreft onvoldoende gewaarborgd.
D66 wilt dat de verantwoordelijk bewindspersoon hier actief mee aan de slag gaat.
GroenLinks/PvdA over Ambulantisering
Het uitgangspunt om zorg dichtbij patiënten te organiseren is mooi, maar de resultaten van de ambulantisering zijn buitengewoon teleurstellend. Uit rapporten blijkt dat het aantal bedden snel is afgebouwd, maar onvoldoende ambulante zorg hiervoor in de plaats terugkwam. We willen de zorg via publieke zorgfondsen organiseren waardoor zorgverleners per regio bepalen hoe de zorg moet worden ingericht. Dit geeft een impuls om zorg dichtbij huis te organiseren en meer te investeren in ambulantisering. Daarnaast moeten er meer crisisbedden beschikbaar worden gesteld voor mensen waarbij de nood hoog is. Het is onacceptabel voor de patiënt en samenleving dat de crisisdienst niet aan de vraag kan voldoen.
Er zijn een aantal fundamentele zaken niet goed verlopen bij de invoering van de Wet Verplichte GGZ. Terwijl de administratielast al torenhoog is binnen de geestelijke gezondheidszorg heeft de Wvggz de druk verder doen laten stijgen. De minister is nu van plan om de Wet verplichte ggz aan te passen. Wij hebben erop aangedrongen dat dit snel – maar ook zorgvuldig – moet gebeuren, om ongelukken zoals bij de eerste behandeling te voorkomen. Wij hebben er sterk op aangedrongen dat alle input van het veld en uit de praktijk moet worden meegenomen in de aanpassing van de wet. Daarnaast hebben onder meer specifiek aandacht gevraagd voor de rechtsbescherming en rechtspositie van de patiënt binnen de Wet. Ook hebben wij aandacht gevraagd voor het versterken van de eigen regie van de patiënt en het verstevigen van de positie van vertrouwenspersonen.
SP over Ambulantisering
De SP is van mening dat het aantal bedden in instellingen niet verder afgebouwd mag worden totdat de opbouw van ambulante voorzieningen aantoonbaar op orde is. Op dit moment zien we dat de afbouw van bedden in de intramurale zorg veel harder is gegaan dan de opbouw van ambulante zorg en ondersteuning en dit is een zeer onwenselijke ontwikkeling. Het begeleiden van mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen via ACT/FACT teams moet geïntensiveerd om het leven van mensen structuur en toekomst te geven.
ChristenUnie over Ambulantisering
Het is goed als mensen zo thuis mogelijk zorg en ondersteuning krijgen, maar voor ernstige problematiek en crises moeten voldoende opnameplekken beschikbaar zijn. Meer kleinschalige collectieve woonvormen realiseren kan eraan bijdragen dat ggz-patiënten in beeld blijven bij hun omgeving en zorgverleners en ambulante zorg en ondersteuning voldoende is om een stabiliteit te behouden. We investeren in geestelijke gezondheidszorg in de wijk en in de verbetering van de samenwerking tussen de ggz, huisartsen, maatschappelijke opvang, woningcorporaties, schuldhulpverlening en andere zorg- en hulpverleners en herstelgroepen. Partijen in de regio maken afspraken om de beste triage en toegang tot zorg te bieden.
De Wet verplichte ggz is in de basis een goede stap vooruit om met meer toestemming en samenwerking zorg te bieden in de ggz. De implementatie van de wet is begonnen maar moet nog beter. De ChristenUnie vindt het heel belangrijk dat de wet goed uitvoerbaar is op de werkvloer en zorgverleners met de regels uit de voeten kunnen. Daar moet nog verbetering in komen.
Partij voor de Dieren over Ambulantisering
De overheid garandeert een divers zorgaanbod. Zorg vanuit bv. de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo), de Jeugdwet en vanuit de Wet Langdurige Zorg (Wlz) wordt bij voorkeur kleinschalig aangeboden en is in elke gemeente gelijkwaardig: tot welke zorg je toegang hebt, mag niet afhangen van de gemeente waarin je woont. De regie bij regionale overheden leggen kan hierbij helpen, maar dit mag geen verkapte bezuinigingsoperatie zijn. Gemeenten moeten genoeg middelen krijgen om goede zorg aan te bieden, die ook alleen dáárvoor aangewend mogen worden.
Ook sociaal werk moet beter gefaciliteerd en geïntegreerd worden in het zorgaanbod, zodat een deel van de problemen al eerder kan worden voorkomen. Ook mantelzorgers, wijkteams en (F)ACT-teams worden (financieel) ondersteund, en bij de toegang en evaluatie van de zorg wordt meer rekening gehouden met deze partijen. Er komt extra aandacht voor het tegengaan van overbelasting van mantelzorgers.
Volt over Ambulantisering
Volt ziet dat de vraag naar ggz groot is en dat de eerder genomen bezuinigingen zwaar op de ggz drukken. Ook voor de ambulante zorg geldt dat wij eerder genomen bezuinigingen willen terugdraaien.
De inzet van ACT/FACt teams kunnen een gerichte bijdrage leveren aan de vraag van een persoon of systeem. Door de inzet van deze teams bij huisbezoeken voorkomen we onnodige opname zonder dat we gericht op het netwerk of omgeving van iemand kunnen participeren. Daarom willen we dat de inzet van deze teams regionaal wordt en meer wordt ondersteund. Daarmee kunnen ze een preventieve rol spelen en grotere problemen voorkomen. Dat zal inhouden dat het huidige systeem op de schop moet en de zorgvrager centraal gaat stellen en het budget voor deze teams vergroot gaat worden.
Er bestaan sterke verschillen tussen de door VWS beoogde doelstellingen van de Wet en de werkelijkheid in de praktijk. Zo wordt die praktijk vaak geconfronteerd met ‘taalzwakke’ personen en zo heeft de professional te kampen met te veel onnodige administratie. De wet zorgt voor nog meer juridisering van de psychiatrische praktijk dan voorheen. Volt vindt dat de Wvggz aangepast moet worden in samenspraak met degenen die nu de hinderlijke ervaringen ermee hebben moeten opdoen.