Toekomstvisie
Voor D66 is het belangrijk dat de psychische zorg goed is en toegankelijk voor iedereen die het nodig heeft. Want ook als jij zelf niet te maken hebt met psychische klachten is de kans heel groot dat je wel iemand kent die worstelt met mentale kwetsbaarheid. Nederland staat opnieuw in de top-5 van gelukkigste landen ter wereld. Toch kampt maar liefst 1 op de 4 mensen met een psychisch probleem, is het aantal suïcides onder jongvolwassenen toegenomen en zijn er zorgen over de lange wachtlijsten in de GGZ. Dat is een opmerkelijk en groot contrast. Er zijn veel, vaak jonge, mensen in ons land die hulp op mentaal vlak nodig hebben, maar dat niet op tijd of niet goed genoeg krijgen. En dat vindt D66 zorgelijk.
Zeker omdat de GGZ onder druk staat. We zien veel goede inspanningen vanuit zorgprofessionals in de GGZ, maar als het op deze voet doorgaat is het systeem niet meer houdbaar. Het personeelstekort is nijpend: jonge professionals verlaten de sector en de tevredenheid onder werknemers daalt. Door een toenemende zorgvraag, in combinatie met dit tekort aan personeel en het versplinterde GGZ-landschap, zien we dat wachttijden verder toenemen.
Voor D66 geldt: gezondheid is meer dan goede zorg. Preventie is belangrijk omdat een deel van de mensen die in aanraking komen met de GGZ op een andere plek misschien wel beter geholpen zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan iemand met schulden of iemand die kampt met eenzaamheid. We moeten deze problemen her-, erkennen en aanpakken. Zo kunnen we voorkomen dat psychische problemen uitgroeien tot ernstige, chronische aandoeningen of crisissituaties.
Ook gaat er nu nog een financiële prikkel uit van het systeem om voorrang te geven aan de laagcomplexe behandelingen. Dat moet anders, vindt D66, want juist de complexe zorgvragen hebben vaak acuut zorg nodig. Daarom moet er een betere coördinatie komen van wachtlijsten, zodat er regionaal wordt samengewerkt om te kijken waar een zorgvraag het beste kan worden opgepakt. Gelukkig is een grote stap in die richting gezet door het Integrale Zorgakkoord. Wat D66 betreft wordt dit akkoord verder uitgevoerd, in samenwerking met alle partners binnen de GGZ.
Preventie en bevorderen mentale gezondheid
Het voorkomen van psychische klachten is een verantwoordelijkheid van de gehele samenleving. We zien dat de vraag naar ggz-hulp het aanbod ver overstijgt. Dat betekent dat er meer moet worden ingezet op het voorkomen van problematiek.
D66 is blij dat er met het Integraal Zorgakkoord (IZA) concrete afspraken zijn gemaakt voor de ggz op het gebied van preventie. Een belangrijke rol is wat D66 betreft weggelegd voor de gemeenten. Zij kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het voorkomen of uitstellen dat mensen ziek worden, vereenzamen of mentale klachten ontwikkelen, en het beperken van de instroom in (duurdere) zorgvoorzieningen, waaronder de curatieve GGZ. In het IZA is afgesproken dat gemeenten en VWS hier aan de voorkant concrete afspraken over maken. Ook komt er een regionale netwerkstructuur waarin professionals uit de gemeentelijke domeinen en zorgprofessionals in de eerste, tweede en derde lijn samenwerken. D66 pleit voor een nationale coördinatie rondom de invoering van lokale preventieprogramma’s, bijvoorbeeld gericht op een gezonde leefstijl of middelengebruik.
Maar preventie werkt ook via bewustwording. Het is belangrijk om ook op een jonge leeftijd al te leren over mentale gezondheid. Wat D66 betreft worden er met onderwijsinstellingen afspraken gemaakt over werk-en studiedruk. Mentale vaardigheden bij jongeren wordt vergroot door onderwijs en sport, maar ook door inzet op vroege signalering van psychische problemen en verslavingspreventie bij risicogroepen. Om mentaal gezond en weerbaar te zijn is een gezonde leefstijl ook van belang. D66 wil de gezonde keuze de gemakkelijke keuze maken en tegelijkertijd fabrikanten aanmoedigen, maar ook verplichten, om gezondere producten te maken.
Tenslotte, preventie betekent wat D66 betreft ook voorkomen dat iemand terugvalt na een traject in de GGZ. D66 zet daarom in op meer nazorg. We willen GGZ-instellingen en zorgverzekeraars stimuleren meer te innoveren op het gebied van nazorg mogelijkheden. Nazorg kan ook plaatsvinden door begeleiding in de eerstelijnszorg, of bij een herstelacademie als laagdrempelige opvang voor mensen die intensief willen werken aan herstel.
De vraag naar geestelijke gezondheidszorg is hoger dan het aanbod. Bovendien is het altijd beter om problemen eerder te voorkomen dan te genezen. Daarom zet D66 vol in op preventie. Met het Integraal Zorgakkoord (IZA) zijn er concrete afspraken gemaakt hoe preventie in de GGZ bekostigd gaat worden. Programma’s worden regionaal gecoördineerd en lokaal, in de wijk, ingezet. Er worden van te voren afspraken gemaakt over welke zorg door wie geleverd en bekostigd wordt door de zorgverzekeraars, gemeenten, zorgaanbieders en patiëntenorganisaties. De overheid houdt toezicht of er aan de zorgplicht wordt voldaan.
Wat D66 betreft wordt de eerstelijn ontlast door een betere samenwerking met gemeenten te stimuleren als het gaat om sociale hulpvragen en preventie. Dit gaat om zorg, welzijn en hulp in de buurt, waarmee wordt voorkomen dat mensen met kleinere zorg- en ondersteuningsvragen op den duur zwaardere zorg nodig hebben. De door het integraal zorgakkoord ingezette lijn wordt volledig ondersteund en waar mogelijk verder kracht bij gezet. D66 vindt het bovendien van groot belang dat het Gezond en Actief Leven Akkoord uitgebreid is met een pijler ‘mentale gezondheid’.
Tevens zorgen we voor een nationale coördinatie rondom de invoering van lokale preventieprogramma’s. Door middel van signalering, opschaling en gereed maken voor invoering zorgen we ervoor dat succesvolle lokale innovaties zo snel mogelijk landelijk ingevoerd worden.
Bijna een miljoen mensen in Nederland leeft in armoede. Een op de vijf huishoudens heeft problematische schulden. Dit geldgebrek zorgt voor onzekerheid en stress. D66 wil de onvrijheid die armoede en schulden veroorzaken hard bestrijden. Daarom verhogen we het minimumloon en de bijstand met 10% in 2028 en willen we het ingewikkelde toeslagensysteem hervormen.
Maar we streven ook verder naar een fundamentele herziening van de manier waarop we met schulden omgaan. Niet gebaseerd op nodeloos wantrouwen, maar op het menswaardig en zo efficiënt mogelijk helpen van mensen in financiële nood. Want geldproblemen van vandaag ondermijnen de mentale gezondheid en keuzes van morgen.
Voor een groot deel van deze groep is schuldsanering de enige kans op een schone lei en een nieuw perspectief. Maar dat traject is nu onnodig lang en ingewikkeld. De verschillende instrumenten sluiten niet goed op elkaar aan, er zijn teveel organisaties betrokken bij het toelatingsproces en de uitvoering en het duurt te lang voordat er duidelijkheid is voor personen met schulden en schuldeisers. En die onoverzichtelijkheid is niet bevorderlijk.
Daarom heeft D66 onder andere in de initiatiefnota ‘Sneller uit de Schulden’ voorstellen gedaan om sneller zicht te krijgen op een schuldenvrije toekomst en om te komen tot een overzichtelijker systeem: één schuldentraject, met één loket, één plan en één regisseur. Gemeenten krijgen de instrumenten en de regie om een plan op te stellen waarmee schuldenaren binnen maximaal 36 maanden een schone lei kunnen krijgen. Hiermee is een schuldenvrije toekomst eerder in beeld en geef je de persoon met schulden en de schuldeiser meer duidelijkheid over wat ze kunnen verwachten.
Naast het verbeteren van de schuldhulpverlening kan er nog een wereld gewonnen worden in de preventie van schulden, de maatschappelijke incasso en het tegengaan van malafide schuldbemiddelaars. Dat vraagt om een stevigere rol van de overheid in het oplossen van schulden. Gemeenten kunnen daarbij een regierol spelen, mits zij de juiste instrumenten in handen hebben. Ook is er aandacht nodig voor multi- problematiek, financiële zelfredzaamheid en vroegsignalering.
Als je psychische of psychiatrische zorg nodig hebt, moet je erop kunnen rekenen dat je tijdig goede zorg kan ontvangen. Sinds de coronacrisis worstelen meer mensen, waaronder veel jongeren, met hun mentale gezondheid. We moeten innoveren in de ggz zodat mensen met een lichte zorgvraag snel en laagdrempelig terechtkunnen. Dit betekent bijvoorbeeld meer digitale consulten. We moeten beter onderscheid kunnen maken tussen lichte en zware zorgvragen. Ook zetten we in op preventie en het doorbreken van het taboe op psychische problemen. Dit verlaagt de druk op de wachtlijsten, zodat er tijd en ruimte ontstaat om goede kwaliteit zorg te bieden. Verder is het belangrijk dat we aandacht hebben voor mentale gezondheid bij zowel de werkgever als op onderwijsinstellingen. Met hen maken we afspraken over werk- en studiedruk, waaronder het recht op onbereikbaarheid.
Een angststoornis, een burn-out, eenzaamheid of een depressie zijn mentale klachten die heel vaak voorkomen. Vier op de tien Nederlanders krijgen in hun leven hiermee te maken. Mensen met psychische klachten verdienen het om serieus genomen te worden. En het beste is natuurlijk om mensen, in dit geval jongeren, waar mogelijk te ontzien van de zorgen die deze mentale problemen kunnen veroorzaken. Daarom zet D66 onder andere in op het voorkomen van problematische schulden, het verlagen van de enorme prestatiedruk in het hoger onderwijs door bijvoorbeeld het bindend studieadvies te verlagen en een woningmarkt die ook voor starters beschikbaar is.
Vanaf het eerste moment verdienen mensen met mentale problemen de juiste hulp door een psycholoog of bij een praktijkondersteuner. Wij geloven dat we echt vrij zijn als iedereen de zorg krijgt die nodig is. Het is belangrijk om ook op een jonge leeftijd al te leren over mentale gezondheid. Wat D66 betreft worden er met onderwijsinstellingen afspraken gemaakt over werk- en studiedruk. Mentale vaardigheden bij jongeren wordt vergroot door onderwijs en sport, maar ook door inzet op vroege signalering van psychische problemen en verslavingspreventie bij risicogroepen.
Als je psychische of psychiatrische zorg nodig hebt, moet je erop kunnen rekenen dat je tijdig goede zorg kan ontvangen. We moeten innoveren in de ggz zodat mensen met een lichte zorgvraag snel en laagdrempelig terechtkunnen. Dit betekent bijvoorbeeld meer digitale consulten. Ook is het beter onderscheid kunnen maken tussen lichte en zware zorgvragen belangrijk.
Bovendien zetten we in op preventie en het doorbreken van het taboe op psychische problemen. Dit verlaagt de druk op de wachtlijsten, zodat er tijd en ruimte ontstaat om goede kwaliteit zorg te bieden.
Middelengebruik
Het duurt gemiddeld 10 jaar voordat mensen met een verslaving hulp zoeken en dat is wat D66 betreft veel te lang. Dit heeft vooral te maken met het repressieve drugsbeleid waarin de gebruiker wordt gecriminaliseerd. Daarom pleit D66 ervoor om te stoppen met het stigmatiseren van de gebruiker en te investeren in het tijdig signaleren van problematisch gebruik.
Daarom is D66 van mening dat de financiële middelen die worden vrijgemaakt voor preventie (6 miljoen in 2022 voor zowel alcohol, tabak en middelengebruik) en harm reduction niet in verhouding zijn met handhaving. D66 wil dat meer aandacht en financiële middelen worden vrijgemaakt voor preventie, voorlichting, onderzoek en harm reduction.
Gebruik van drugs is nooit zonder risico’s voor je lichamelijke en geestelijke gezondheid en heeft ook maatschappelijke gevolgen. Maar waar sommige drugs erg schadelijk en verslavend zijn, geldt dat voor andere niet. De manier waarop we ons beleid over drugs en andere verslavende middelen als alcohol en nicotine hebben ingericht, staat niet in verhouding tot de werkelijke schade en het risico op verslaving. Daarnaast vindt D66 het streven naar een drugsvrije samenleving nogal naïef.
D66 staat voor een realistisch, menselijk en duurzaam drugsbeleid, op basis van wetenschappelijke inzichten. Daarbij willen we gezondheidsschade door drugs minimaliseren en de veiligheid van de samenleving vooropstellen. D66 wil in kaart brengen wanneer en hoe regulering voor de verschillende middelen mogelijk en verstandig is – en wanneer niet.
- Meer investeren in preventie en voorlichting om schadelijk middelengebruik te verminderen.
- D66 wil dat het Drugs Informatie en Monitoring Systeem nieuwe drugs niet alleen test om trends te ontdekken, maar ook gebruikers informeert over de samenstelling en mogelijke risico’s van de drug. Daarom breiden we de testcapaciteit uit.
- D66 is voorstander voor het legaliseren en reguleren van de hele coffeeshopketen.
- In afwachting van het rapport van de Staatscommissie pleit D66 ervoor om lokaal een experiment met XTC (MDMA) mogelijk te maken, waarbij de productie en verkoop worden gereguleerd.
Wat D66 betreft verhogen we de accijns op tabak verder en worden rookwaren alleen nog maar verkocht door tabaksspeciaalzaken met een vergunning. Ook zijn we voorstander van een verbod op sigarettenfilters.
We kunnen echter nog een stap verder gaan als het gaat om e-sigaretten. Met smaakjes, glitters, felle kleuren maar ook het vermommen van vapes als markeerstiften of oplaadcases voor oortjes wordt het voor jongeren steeds aantrekkelijker en makkelijker om te starten met vapen. Daarom wil D66 zo snel mogelijk een verbod op smaakjes en komt er op initiatief van D66 een onderzoek naar de mogelijkheden om e-sigaretten een uniform en neutraal uiterlijk te geven. Regels en maatregels omtrent e-sigaretten moeten worden gelijkgesteld met die voor sigaretten met tabak.
Problematisch alcoholgebruik moet tegen gegaan worden, zowel om hoge zorgkosten te voorkomen maar zeker ook voor het voorkomen van gezondheidsrisico’s en het tegen gaan van verslavingen. Daarom moet het aantal minderjarigen en het aantal zwangeren dat drinkt naar beneden. In te zetten maatregelen moeten effectief zijn in het terugdringen van problematisch alcoholgebruik. Voorbeelden zijn het beter handhaven op het verkopen maar ook zeker de thuisbezorging van alcohol aan minderjarigen. En we worden overspoeld met reclames voor ongezonde producten zoals alcohol. D66 wil consumenten en met name kinderen beter beschermen tegen misleidende reclames over ongezonde producten zoals op social media. Bovendien verhogen we de accijns op onder andere alcohol. Gedacht wordt aan het specifiek belasten van stoffen waarvan bekend is dat ze bijdragen aan de ontwikkeling van obesitas, hart-en vaatziekten en/of diabetes. Tevens moet verslavingszorg laagdrempelig en voor iedereen beschikbaar zijn.
D66 vindt de toename van, met name, online gokken en de verslavingscijfers zorgelijk. Het is een wereld met grote risico’s (bijvoorbeeld geldverlies, verslavingen), zeker voor kwetsbare groepen, dus er moeten dingen veranderen ten opzichte van nu. Het verbieden van (online) gokken is volgens ons niet de oplossing, want grote kans dat dat alleen maar averechts werkt. Dan gebeurt het namelijk waarschijnlijk illegaal. Wij willen inzetten op andere maatregelen;
- Verdergaande (gerichte) reclameverboden
- Speellimieten instellen
- Ervoor zorgen dat gokbedrijven aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de schade als ze zich niet aan hun zorgplicht houden
- Investeren in bewustzijn over risico’s
- Investeren in verslavingszorg
- Investeren in naamsbekendheid en vindbaarheid van vormen van hulp zoals het Cruks (een register waar je jezelf uit zelfbescherming kan laten opnemen om een gokstop te nemen).
Er zijn vier lijnen om verslaving en middelen misbruik tegen te gaan: informeren, ontmoedigen, de gezonde optie juist aanmoedigen of de ongezonde optie verbieden. De eerste drie opties zijn de voorkeuren voor D66. Zo wordt de consument geïnformeerd over de eventuele risico’s en gezondheidsschade effecten, wordt de gezonde keuze zo laagdrempelig mogelijk gemaakt en worden producten verder verantwoordelijk gemaakt om hun producten zo gezond mogelijk te maken. D66 schrikt echter niet weg van verbieden waar dat moet.
Wachtlijsten & toegankelijkheid
D66 wil centrale of regionale regie van de wachtlijsten door verzekeraars, zodat GGZ-aanbieders samen kijken waar de beste behandeling moet plaatsvinden en of mensen niet dubbel of verkeerd op wachtlijsten staan. Indien mensen door de basis GGZ doorverwezen worden naar gespecialiseerde GGZ, kunnen zij onverhoopt op een wachtlijst terechtkomen. In dat geval dient de basis GGZ de zorg voort te blijven zetten tot de zorg bij de gespecialiseerde GGZ van start gaat. Mensen met een hulpvraag mogen niet zonder hulp komen te zitten wanneer zij doorverwezen worden. We gaan meer werken met prehabilitatie voor mensen die op de wachtlijst staan voor de ggz. Dit betekent dat zij middelen aangereikt krijgen om zelf alvast aan de slag te gaan met hun
mentaal welzijn.
Omdat de wachtlijsten met name bij de gespecialiseerde ggz zit en omdat de uitstroom van patiënten in de complexe GGZ erg laag is wil D66 ook in zetten op de uitstroom en betere beschikbaarheid van zorg. Bekostiging speelt ook een rol. Op dit moment is het voor zorgaanbieders financieel aantrekkelijk zich vooral te richten op patiënten met minder zware problemen. Zo zijn patiënten met zwaardere klachten de dupe. D66 steunt de plannen om de bekostiging te veranderen. We moeten een manier vinden om de bekostiging van de zorg aan te sluiten bij de complexe problemen die nu eenmaal voorkomen in de ggz.
Jeugd GGZ: Gemeenten moeten voldoende geld hebben om de jeugdzorg goed te regelen. Daarom gaan we samen met gemeenten aan de slag met de Hervormingsagenda om de jeugdzorg toekomstbestendig te maken. D66 wil dat de jeugd-ggz beter aansluit op de ggz voor volwassenen. Daar past bij dat de jeugd-ggz centraler wordt ingekocht en op termijn door de zorgverzekeraar. Een belangrijke voorwaarde daarbij is dat we vasthouden aan het principe dat overal in de zorg zou moeten gelden: ouders en kinderen hebben één duidelijk aanspreekpunt en plan, ook als ze gebruikmaken van verschillende zorgvormen.
Arbeidsproblematiek. De druk bij psychiaters in loondienst loopt op. Daarom wil D66 het werk in loondienst aantrekkelijker maken en steunen we het initiatief om oneigenlijk zzp-schap tegen te gaan.
De vraag naar mentale/psychische hulp is sinds de coronacrisis toegenomen, met name bij jongeren. Met het huidige personeelstekort zien we ook dat de wachtlijsten niet zomaar verdwenen zullen zijn. Daarom hecht D66 eraan om taboe over mentale kwetsbaarheid te doorbreken, door het bespreekbaarder te maken op de werkvloer en op school. Ook zijn er belangrijke lessen te leren uit de coronacrisis: bijvoorbeeld het belang van lichamelijke beweging voor werknemers of studenten. Het belang van sociale activiteiten en de mogelijke negatieve effecten van social media. Publiekscampagnes kunnen een rol spelen in het doorbreken van taboes en om mensen ook te wijzen op alternatieve plekken om deze zaken te bespreken, zoals de huisarts of op school.
De huidige instroom is té hoog om volledig door de ggz te worden opgepakt. Preventie is, net als bij somatische zorg, de sleutel om wat aan die instroom te doen. Niet alle klachten van mentale gezondheid hebben daarnaast baat bij ggz. Soms is lokale ondersteuning in de eigen omgeving, via herstelacademies én schuldenaanpak, beter toegerust. De gemeente krijgt wat D66 betreft een grotere rol. Ook is D66 voorstander dat de huisartsenpraktijk beter geëquipeerd wordt om te gaan met dergelijke problemen, inclusief verslavingsproblematiek. Door in te zetten op goede diagnostiek vooraf, ook bij de psychiatrie, kan onnodige zorg of langdurige zorg voorkomen (hervorming van de bekostiging kan hierbij helpen). Het stimuleren van zinnige zorg speelt ook bij de somatische zorg en hiervan is D66 groot voorstander.
D66 wil zorginnovaties de komende jaren extra stimuleren. Gelet op de steeds verder stijgende zorgbehoefte in combinatie met de tekorten op de arbeidsmarkt, is een versnelde ontwikkeling en implementatie van arbeidsbesparende innovaties de komende jaren namelijk essentieel. Zo heeft D66 ook de initiatiefwet ‘recht op een digitaal consult’ ingediend, waarbij het patiënt het recht krijgt om een digitaal consult te voeren met de psycholoog of psychiater. Dit kost minder tijd en is een minder hoge drempel.
In de psychiatrie werken nu te veel mensen als zelfstandige. Daardoor zijn crisiszorg en andere diensten niet goed te vullen. De druk bij psychiaters in loondienst loopt op. Daarom wil D66 het werk in loondienst aantrekkelijker maken en oneigenlijk zzp-schap tegengaan.
D66 vindt dat er goed moet worden gekeken naar het aantal benodigde plekken voor psychologen omdat zij werk van psychiaters uit handen kunnen nemen én er momenteel een tekort is aan psychologen. Ook willen we kijken in hoeverre studenten of net afgestudeerden taken kunnen overnemen. Ook moeten we zaken aanpakken die ervoor zorgen dat personeel stopt in de zorg. De werkdruk, door meer mensen op te leiden. Er moet daadkracht worden getoond in het aanpakken van de administratieve lastendruk, want dat is nog te weinig voelbaar op de werkvloer. Er moet meer vertrouwen worden geschonken aan de professional.
D66 wil investeren in preventie. Niet alleen via de zorgbegroting, maar ook door te investeren in beter onderwijs, armoedebestrijding, inkomenszekerheid, een groene leefomgeving en gezond werken. Ook willen wij investeren via gemeenten, en dat er goed wordt gekeken of het budget voor de jeugdzorg voldoende is. Door vroeg goed te investeren komt er ruimte voor toegankelijke geestelijke gezondheidszorg later in de keten.
Ambulantisering
Zorg dichtbij huis, in de eigen omgeving is aantoonbaar beter. Dus opbouw van ambulante zorg en ondersteuning, ondersteunt D66 van harte. Ook als dit wordt ondersteunt door een eigen woning. Wél is het zo dat er een minimale beschikbaarheid moet zijn voor bedden in de ggz, er zijn immers uiterste gevallen. Vooral bij spoed is het goed dat er voldoende bedden beschikbaar zijn.
Om de capaciteit van de bedden in de GGZ zo optimaal mogelijk te gebruiken, moet er een beddenbeschikbaarheidssysteem worden ontwikkeld waarbij regionaal inzichtelijk wordt gemaakt waar opnamecapaciteit is.
Onder leiding van D66-minister Ernst Kuipers heeft het zorgveld het Integraal Zorgakkoord (IZA) afgesloten. Daarin zijn verregaande afspraken tussen zorgverzekeraars, gemeenten en eerstelijnszorg opgenomen. Wat D66 betreft kan er, en moet er, veel meer worden samengewerkt tussen de verschillende zorgdomeinen. Schotten in de financiering moeten worden aangepakt, daar zijn ook financiële middelen binnen het IZA voor vrijgemaakt.
Wij willen dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de regionale zorgplannen vooraf toetst aan de zorgplicht en toezicht houdt op de uitvoering. Op die manier willen we zorgen dat overal in Nederland goede zorg toegankelijk is in alle regio’s, ook als zij dunbevolkt zijn. De regio Rotterdam vraagt immers een ander zorgaanbod dan in de regio Drenthe, maar in alle regio’s moet wel de zorg beschikbaar zijn die gevraagd wordt.
D66 is kritisch op de Wet verplichte ggz (Wvggz). Al voor de invoering in 2020 was er de nodige kritiek op de uitvoering van de wet. De voorloper, de wet BPOZ, kende ook veel nadelen dus dat er een vervangende wet kwam is positief. Maar de Wvggz moet wat D66 betreft op belangrijke punten gerepareerd worden:
- De wet is onnodig complex en lastig toe te passen
- De wet zorgt voor extra administratieve lasten
- Het beschermen van de rechtspositie van cliënten en patiënten is wat D66 betreft onvoldoende gewaarborgd.
D66 wilt dat de verantwoordelijk bewindspersoon hier actief mee aan de slag gaat.
Kwaliteit van de zorg
Zorgverleners en behandelaars moeten zich kunnen richten op de best passende zorg. Er moet meer ruimte komen voor patiënten en professionals om echt samen te beslissen over behandelingen op basis van gelijke informatie, met voldoende tijd om hierover met elkaar in gesprek te gaan.
Ook zet D66 zich in om nieuwe behandelingen in de GGZ toegankelijk te maken. Zo zijn er veelbelovende eerste studieresultaten bij inzet van psychedelica voor mensen die een therapieresistente psychische aandoening hebben, denk aan posttraumatische stressstoornis of een ernstige depressie. Door het onterechte taboe op deze psychedelica, is het moeilijker voor onderzoekers om nieuwe behandelingen bij de patiënt te krijgen. D66 wil dit taboe opheffen en wil een landelijk programma om onderzoek te bevorderen. Zo werken we ernaar toe om voor mensen met een ernstige psychische aandoening ook nieuwe behandelingen mogelijk te maken.
D66 is ook voorstander om de juiste informatie te geven aan mensen om de juiste zorg te vinden. Het gaat wat D66 betreft om maximale transparantie en inzicht in kwaliteit en wachttijden. Dat betekent de kiezenindeggz.nl goed gevuld moet zijn met betrekking tot wachttijdinformatie en kwaliteitsinformatie. Dit geldt zowel voor de somatische zorg als de geestelijke gezondheidszorg.
D66 herkent zich in deze klachten op lokaal niveau. Het is positief dat mensen met een langdurige, psychische aandoening nu kunnen instromen bij de Wet langdurige zorg, want dat is een passende indicatie. Wat D66 betreft moeten er goede voorwaarden worden gesteld, maar kan een Wlz-beschikking voor mensen met langdurig, psychische aandoening bijdragen aan de integraliteit en aan de rust voor patiënten en cliënten. Schotten in de zorg die samenwerking tegenhouden, zoals in de financiering en wet- en regelgeving, moeten worden weggenomen. Ook stimuleren we verdere samenwerking door bijvoorbeeld het toestaan van gezamenlijk inkopen of onderhandelen. Om samenwerking tussen zorgaanbieders en zorgverleners te stimuleren wordt netwerkzorg, zeker voor meer complexe aandoeningen en ziektes, de norm. Dat betekent dat financiering en wet- en regelgeving hierop worden aangepast.
Er moet beter regionaal worden samengewerkt, zoals is afgesproken binnen het Integraal Zorgakkoord. Op die manier willen we zorgen dat overal in Nederland goede zorg toegankelijk is in alle regio’s, ook als zij dunbevolkt zijn. De regio Rotterdam vraagt immers een ander zorgaanbod dan in de regio Drenthe.
De zorg loopt qua innovatie vaak nog achter ten opzichte van andere sectoren. De coronacrisis heeft laten zien dat er veel mogelijk is. Soms werkt het goed, maar soms is face-to-face contact nog altijd beter.
Patiënten moeten op een veilige manier, via apps, thuis-monitoring en digitale consulten, zorg op afstand kunnen krijgen als zij dit willen. Dit verhoogt de autonomie van een patiënt en bespaart tijd voor zowel de patiënt als de zorgverlener.
Door de invoering van de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg zijn grote stappen gezet op het gebied van gegevensuitwisseling. Gegevensuitwisseling tussen zorgverleners en ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek wordt, in lijn met andere Europese landen, makkelijker gemaakt waarbij het delen van gegevens voor onderzoek over Europese grenzen wordt aangemoedigd. Dit zorgt ervoor dat patiënten weten dat zij goed geholpen worden en dat zorgverleners geen tijd kwijt zijn aan het overtypen van patiëntgegevens.
D66 wilt inzetten op succesvolle innovaties, bijvoorbeeld met het gebruik van AI. Wel zouden dit soort toepassingen altijd ingekaderd moeten zijn door wet- en regelgeving, waarbij specifieke aandacht uitgaat naar de privacy van betrokkenen.
We willen de administratieve lasten inperken. Meer vertrouwen voor de professional moet het uitgangspunt zijn. Concreet betekent dit dat de professional gemakkelijker moet kunnen beslissen wat wel en wat niet nodige administratie is. Administratie heeft ook een doel, bijvoorbeeld een veilige patiënten overdracht, maar het moet niet te veel worden. We hanteren de regel ‘waar er een regel bij komt, moet er ook één weg.’.
Ontregel de zorg, een programma van de huidige minister, is een goede start, maar het kan wat D66 betreft slagvaardiger, want de beoogde effecten worden nog niet gevoeld op de werkvloer.
Als steun in de rug voor huishoudens waarin iemand langdurige, intensieve zorg nodig heeft, bijvoorbeeld met ernstige, langdurige aandoeningen, willen we een pilot voor automatische inkomenssteun zonder verdere verantwoording.
Er moeten voldoende professionals beschikbaar zijn. Het capaciteitsorgaan geeft advies over wat de benodigde opleidingscapaciteit is. D66 heeft in meerdere debatten aandacht gevraagd voor dit advies en het opvolgen daarvan. Daar blijven we scherp op.
D66 steunt daarnaast de ontwikkelingen voor duidelijkere profielen binnen de master opleidingen psychologie, zoals die worden ontwikkeld door het veld.
Vaak is het een combinatie om te zorgen dat er voldoende personeel en niet alleen het werven van extra personeel. Zo kent Nederland over het algemeen meer dan Europees gemiddeld aantal psychiaters alleen doordat het werken in loondienst onaantrekkelijk is geworden is er een tekort in de grotere instellingen. Daarnaast kan er veel specialistische zorg worden voorkomen door in te zetten op preventie of betere triage.
De beweging die we met het Integraal Zorgakkoord zijn ingeslagen is dat er passende zorg moet worden geleverd die toegankelijk is. Daarvoor moet er regionaal beter worden samengewerkt, over verschillende zorgdomeinen heen. Dat betekent dat als er TOPGGZ nodig is binnen specifieke regio’s, daar afspraken over moeten worden gemaakt in het kader van bekostiging. De NZa ziet erop toe dat de zorgplicht wordt opgevolgd en kan hier ook op handhaven.
Beschikbaarheid woningen
Wonen in eigen huis is een eerste levensbehoefte. Helaas zien we dat de woningmarkt sterk gestagneerd is, doordat er te weinig woningen worden bijgebouwd. Dat geldt voor alle soorten woningen, maar zeker ook voor beschermde woonplekken en maatschappelijke opvangplekken. Gemeenten moeten de capaciteit en expertise in huis hebben om goede woonplekken te realiseren. Ook is het voor aanbieders beter om met regionale samenwerkingsverbanden afspraken te maken.
Het demissionaire kabinet heeft extra geld vrijgemaakt om dakloosheid aan te pakken en dit wordt wat ons betreft doorgezet. Het aanpakken van dakloosheid is een prioriteit. Ook zijn er met gemeenten en provincies woonzorgakkoorden gesloten om te kijken welke specifieke woningen er nodig zijn. Wat D66 betreft moet er meer tempo worden gemaakt met deze akkoorden en de uitvoering ervan.
Er is veel geld uitgetrokken voor woningcorporaties en zorgaanbieders om gecombineerde zorgvormen te ontwikkelen. Ook dit willen we graag doorzetten en dit moet de overheid zo goed mogelijk faciliteren.
Ervaringsdeskundigheid
Ervaringsdeskundigen spelen volgens D66 een zeer belangrijke rol in de begeleiding van mensen met psychische uitdagingen. D66 wilt dat het standaardbeleid wordt dat beleid over de doelgroep in afstemming en overleg met ervaringsdeskundigen en (vertegenwoordigers van) de doelgroep wordt gemaakt. Dit geldt ook voor de jeugdzorg. D66 heeft een motie ingediend om jongeren en ervaringsdeskundigen te betrekken bij het doorontwikkelen van de Hervormingsagenda Jeugd.
(De)stigmatisering
D66 wil met het taboe doorbreken en psychische aandoeningen bespreekbaar maken. Er wordt nog altijd anders over psychische aandoeningen gedacht dan over fysieke aandoeningen. Want mensen met psychische aandoeningen ervaren vooroordelen, sociale uitsluiting of simpelweg onbegrip. Dat belemmert hun kansen, hun vrijheid om mee te doen in de samenleving.
Dat doen we op school. Er moet meer aandacht zijn in het onderwijs voor psychische kwetsbaarheid en er moet een schoolpsycholoog beschikbaar zijn voor leerlingen die daar behoefte aan hebben. Het is ook mooi dat er een telefonische hulplijn is gekomen voor jongeren om over mentale kwetsbaarheid te praten.
Aandacht voor psychische aandoeningen op de werkvloer is onverminderd nodig. We willen werkgevers stimuleren aandacht te hebben voor het voorkomen van stigma en het bieden van goede hulp waar nodig. Maatschappelijke acceptatie kan gebaat zijn bij publieke aandacht, via publiekscampagnes die informeren en agenderen. Mensen met onbegrepen gedrag ondersteunen vergt een brede aanpak. Politie dient goed opgeleid worden om hiermee om te gaan.
D66 ondersteunt de ontwikkeling naar een meldkamer waarbij verschillende signalen samenkomen en dat niet de politie als enige ter plaatse komt. D66 ondersteunt de ontwikkeling van bijvoorbeeld psycholances. Echter is het ook belangrijk om deze mensen goed te voorzien in huisvesting omdat sommige van de meldingen mensen betreft die genoodzaakt zijn om op straat te leven.
Daarnaast is het richten op het sociale domein en preventie (zie ook eerder) van belang om mensen eerder te helpen om te voorkomen dat het escaleert op straat.
Ouderen
De ouderenzorg staat onder druk, omdat de vraag naar zorg toeneemt en er een toenemend personeelstekort is. D66 ziet dat er moet worden ingegrepen om ouderenzorg toegankelijk en van goede kwaliteit te houden voor iedereen. Dat kunnen we aan als we ouderen in staat stellen langer thuis te wonen, bijvoorbeeld door te investeren in woon-/zorgcombinaties zoals seniorenhofjes.
Daarnaast wil D66 investeren in innovatie in de ouderenzorg. Bijvoorbeeld door het slim gebruiken van sensors en netwerkzorg, zoals ParkinsonNET. We moeten ouderen natuurlijk waar nodig helpen met hun digitale vaardigheden, maar de digitale zorg moet zo laagdrempelig mogelijk zijn. Als ouderen het willen, moet er bijvoorbeeld een “recht op digitale zorg” zijn volgens D66.
Ook heeft D66 een initiatiefnota ingediend om de (ouderen)zorg inclusiever te maken. Vaak ervaren bijvoorbeeld ouderen met een migratieachtergrond obstakels in het zorglandschap. Passende zorg is wat D66 betreft ook inclusieve zorg.
Arbeidsparticipatie en eigen kracht
D66 wil de Participatiewet aanpassen zodat gemeenten de ruimte krijgen maatwerk te bieden bij de begeleiding van mensen in een uitkeringssituatie. Een gemeente moet de mogelijkheid hebben om de helpende hand te bieden. Tegelijkertijd blijft de mogelijkheid om verplichtingen op te leggen ook bestaan.
Niet iedereen kan in een reguliere baan aan de slag. Ook voor deze mensen kan werk wel een belangrijke bijdrage leveren aan sociale contacten, ontwikkeling en het feit dat je zelf je inkomen verdient. Daarom werken we toe naar een recht op werk. We zorgen voor basisbanen voor mensen die niet in een reguliere baan aan de slag kunnen. Wij zetten in op meer beschutte werkplekken, goede structurele beschikbaarheid van detacheringsfaciliteiten, een no-riskpolis, loonkostensubsidie en jobcoaching. Ook ondersteunen we de versterking van de sociale werkvoorziening als zelfstandige werkplaats voor de specifieke groep mensen die niet binnen de geboden structuur aan een andere werkplek geholpen kan worden.
Het versterken van het sociale domein zal bijdragen om mensen te helpen een baan te vinden die bij hun past en te ondersteunen in het dagelijks leven. Zie ook elders.
Wat D66 betreft moet de overheid het ontstaan van lotgenotencontactgroepen en zelfregiecentra zoveel mogelijk faciliteren, zonder daarbij het eigenaarschap volledig toe te eigenen. De kracht is vaak dat dit soort initiatieven in de eigen omgeving ontstaan al dan niet vanuit bijvoorbeeld patiëntenverenigingen of lokale organisaties. Wel moet worden overwogen om financiële helpende hand toe te rijken vanuit de rijksoverheid en patiëntenverenigingen.
D66 wilt dat er beter wordt samengewerkt binnen en tussen de verschillende domeinen in de zorg. Daarbij is regionale zorgcoördinatie het uitgangspunt, om goed te kunnen monitoren welke zorg beschikbaar is. Er moet minder concurrentie tussen de verschillende aanbieders plaatsvinden. De gezichten die de zorg leveren blijven zoveel mogelijk hetzelfde.